Opmerkingen
- aaa
- aaa
- aaa
Hoofdstuk 5: Elf enterprise-architectuurmethoden
In dit hoofdstuk
worden 11 enterprise-architectuurmethoden beschreven, te weten (alfabetisch)
Amsterdams raamwerk voor informatiemanagement (ook wel het 9-vlak genoemd),
ANSI/IEEE 1471-2000, Archimate, BIP, DEMO, Dragon1, DYA. IAF, RUP, TOGAF
en Zachman. Opmerkingen rond dit hoofdstuk:
Een enterprise-architectuurmethode
zou een verzameling van voorschriften en regels moeten zijn, die werkelijk
worden gehanteerd of die gehanteerd zouden moeten worden bij het uitvoeren
van wetenschappelijk onderzoek of, zoals bedoeld in dit rapport, bij
het oplossen van praktijkproblemen. In dit geval het opzetten, ontwikkelen
en/of beheren van de (IT-)Enterprise Architectuur van een organisatie.
In dit rapport worden 11 zogenoemde enterprise-architectuurmethoden
met elkaar vergeleken. Het gaat om:
Amsterdams raamwerk
voor informatiemanagement, ook wel het 9-vlak genoemd. Volgens de schrijvers
is dit raamwerk feitelijk geen enterprise-architectuurmethode, het zou
dienst kunnen doen naast andere enterprise-architectuurmethoden. Gezien
het beschrevene wordt uitgegaan van een nogal gekunstelde uitwerking
van dit raamwerk binnen de Nederlandse overheid. Een totaal andere uitleg
en uitwerking geven Abcouwer en Truyens, mede-ontwikkelaars van dit
raamwerk. De kracht van het raamwerk wordt door hen als basis voor audits
en evaluaties gebruikt, en daar komt het raamwerk ook krachtig uit de
verf.
Daarmee wordt ook gelijk het gebrek aan kracht van het spindiagram in
de positionering helder. Dit raamwerk is een classificatieschema en
past niet in de definitie van architectuur en methode die de schrijvers
aanhangen; architectuur als het nieuwe woord voor specificatie-van-eisen
in methoden om nieuwe IT-oplossingen te realiseren. De conclusie van
de schrijvers doet dit raamwerk dan ook zwaar te kort. 9-vlak een
ANSI/IEEE 1471-2000.
Dit is een standaard die door het Institute of Electrical and Electronics
Engineers (IEEE, de Amerikaanse vereniging van ingenieurs) in samenspraak
met de Amerikaanse standaardisatie organisatie American National Standards
Institute (ANSI) is geschreven. Het hoofddoel was (architectuur)beschrijvingen
van software intensieve systemen vast te leggen i.c.m. best-practices
uit het vakgebied IT. Het is dan ook geen methode maar, zoals een standaard
hoort te zijn, een verzameling van begrippen en beschrijvingen die de
basis voor methoden zouden moeten vormen.
Het punt is dat deze standaard begrippen vaststelt die gericht zijn
op het ontwikkelen van software. Buiten het feit dat het geen methode
is omvat deze standaard bijvoorbeeld maar een klein deel van de begrippen
waar bijvoorbeeld in het Amsterdamse raamwerk over gesproken wordt (onderste
rij, rechterkant). Hoe hier een spindiagram uit kan komen dat meer zou
weergeven dan dat van het Amsterdamse model is dan ook een raadsel:
het gaat immers vooral ergens anders over.
Archimate. Archimate
is een diverse Nederlandse organisaties, in het begin vooral door Ordina,
binnen de Universiteit Twente opgezet hulpmiddel dat bij het documenteren
van IT-oplossingen gebruikt kan worden. Via Capgemini is Archimate gelieerd
aan de enterprise-architectuurmethode TOGAF van The Open Group.
De schrijvers zien Archimate vooral als een modelleertaal die helpt
bij het ontwikkelen van architectuurproducten. Archimate is dus ook
geen enterprise-architectuurmethode, het is een taal die zich kan vormen
naar een bestaande enterprise-architectuurmethode waarbij software bestaat
waarmee je kunt documenteren. Het kan dan zo zijn dat Archimate diverse
enterprise-architectuurmethoden kan documenteren, dat rechtvaardigt
nog niet dat het zo hoog scoort in het spindiagram. De methode dient
immers te bepalen, en dit is een hulpmiddel gebaseerd op taal, hoe waardevol
zoiets ook kan zijn.
Business Informatie
Planning (BIP). BIP is een door Novius Adviesgroep. Zoals de schrijvers
vertellen is BIP een informatieplanningsmethode met verbindingen naar
architectuur. Dus ook hier weer geen enterprise-architectuurmethode,
maar een aanpak die zo’n methode zou kunnen aanvullen. Ook hier
weer een redelijk gevuld spindiagram, terwijl de schrijvers duidelijk
aangeven dat het niet om een enterprise-architectuurmethode gaat.
DEMO. DEMO is een
binnen de Technische Universiteit Delft door emeritus prof Jan Dietz
ontwikkelde methode voor het in kaart krijgen van de verschillende bedrijfsprocessen
van een (deel van een) organisatie. Daarbij wordt met DEMO de basis
gelegd voor Information Systems Engineering omdat zeer scherp en expliciet
aangegeven wordt welke bedrijfsprocessen een organisatie heeft. Als
zodanig kan precies aangegeven worden welke behoefte aan informatie
een organisatie binnen de resp. bedrijfsprocessen heeft, en dus welke
oplossingen, al of niet met IT gerealiseerd, ontwikkeld moeten worden.
Ook hier geldt weer dat DEMO geen enterprise-architectuurmethode is
in de definitie die de schrijvers in dit rapport geven. Het legt een
stevige basis voor een enterprise-architectuurmethode. Daarom ook hier
weer de opmerking dat de relatief hoge score in het spindiagram vreemd
is, want ook hier spreken we, zoals de schrijvers zelf ook opmerken,
dus niet over een enterprise-architectuurmethode.
Dragon1. Een manier
van denken en werken rond het ontwikkelen van IT-oplossingen van de
Nederlandse IT-er M. Paauwe. Daarbij is vooral en vooreerst visualiseren
het doel. Dit is de kracht, en tegelijk het zwakke omdat relatief weinig
van wat nodig is bij het realiseren van IT-oplossingen gevisualiseerd
kan worden. Daarbij zal vooral gedacht worden aan wat tijdens systeemontwikkeling
in modellen uitgeschreven kan worden.
Het is wat speciaal dat Dragon1 als enterprise-architectuurmethode in
dit rapport opgenomen is omdat het geheel zo weinig verspreid is. Daarbij
komt een verbazingwekkend vol spindiagram bij een methode die zo beperkt
is.
Dynamische Architectuur
(DYA). DYA is de methode dat door het softwarehuis Sogeti in de markt
wordt gezet. Het geeft een algemeen werkmodel waarbinnen vier te besturen
(ontwikkel)hoofdprocessen van IT-oplossingen ingekaderd worden, ondersteund
door een drietal architecturen waarbinnen kennis over elementen als
producten, processen, organisatie, gegevens, applicatie, middleware,
platform en netwerk een plaats krijgen. Men probeert daarbij een inschatting
te maken van hoe volwassen een organisatie al is m.b.t. de inzet van
haar IT.
Doel van DYA is om de IT-infrastructuur verder te ontwikkelen en om
de nodige investeringen daarvoor in kaart te krijgen. Voor een gedetailleerde
evaluatie van DYA, zie deze evaluatie.
Grappig is dat de schrijvers vooral het hoofdproces “Ontwikkelen
zonder Architectuur” als de kracht van DYA aanwijzen. Dit leest
als een contradictio in termen, want DYA zou een enterprise-architectuurmethode
moeten zijn. Men zegt zelfs letterlijk dat het zonder (enterprise) architectuur
werken voor acceptatie van een enterprise-architectuurmethode door stakeholders
zorgt. Verder stellen de schrijvers, waaronder de ontwikkelaar van DYA,
dat er weinig aandacht is voor modellering en dat ook geen ondersteunende
tooling voor DYA bestaat. Dat om die reden gebruik gemaakt wordt van
Archimate, ook als enterprise-architectuurmethode beschreven in dit
rapport, en van UML, als onderdeel van de enterprise-architectuurmethode
RUP beschreven. Hoe het spindiagram voor deze enterprise-architectuurmethode
dan zo goed gevuld kan zijn is wederom een raadsel.
Integrated Architecture
Framework (IAF). Een door Capgemini op de markt gebracht classificatieschema,
waarbij Capgemini zelf aangeeft dat het verouderd is en dat het geheel
binnenkort door de enterprise-architectuurmethode TOGAF zal worden vervangen.
Volgens de schrijvers komen veel andere van de beschreven enterprise-architectuurmethoden
samen in IAF: de definities van ANSI/IEEE 1471-2000 en van TOGAF. IAF
zelf is van origine een stevige abstractie van het classificatieschema
Zachman’s raamwerk, waaraan later invalshoeken als governance,
security, organisatieniveaus, ontwikkelpaden, best-practices, toegevoegd
zijn.
IAF is dus in de basis, net als Zachman, een classificatieschema. Feitelijk
dus geen enterprise-architectuurmethode, en dus weer verbazing over
het gevuld zijn van het spindiagram. Waarom de schrijvers het hier nodig
vinden om te vertellen dat IAF beperkt wordt door het feit dat het een
beschermde aanpak van Capgemini is, is niet helder. Datzelfde geldt
immers ook voor andere enterprise-architectuurmethode (bijvoorbeeld
Dragon1).
Rational Unified
Process (RUP), Unified Process (UP) en Unified Modelling Language (UML)
en Enterprise Unified Process (EUP). RUP etc. is een onder de Object
Management Group (OMG) ontwikkelde methode voor het ontwikkelen van
IT-oplossingen. Zoals de schrijvers zelf zeggen is RUP etc. zeker geen
enterprise-architectuurmethode. Hoe dit nu past bij de definitie van
architectuur die de schrijvers zelf geven is een raadsel. Als een enterprise-architectuurmethode
alleen gaat over zaken die rond het ontwikkelen van IT-oplossingen zelf
gedaan moeten worden komt er kennelijk niets uit dat in de praktijk
van een organisatie gebruikt kan worden, terwijl RUP etc. IT-oplossingen
realiseert en implementeert. Als enterprise-architectuur zo smal gedefinieerd
wordt is de toegevoegde waarde alleen kaderstellend; daarmee wordt het
geld dat er aan besteed wordt dus alleen terugverdient als het realiseren
van IT-oplossingen zelf tot betere resultaten leidt. Wat een ontzettend
smalle basis voor een business case geeft. Dan wordt het ook erg vreemd
als RUP binnenkort door OMG “omgebouwd” wordt naar een enterprise-architectuurmethode,
want, gezien de commentaren van de schrijvers, zal dat dan dus iets
anders moeten zijn. Onbegrijpelijk.
Omdat ook RUP etc. geen enterprise-architectuurmethode is komt de vulling
van het spindiagram vreemd over.
The Open Group Architecture
Framework (TOGAF). TOGAF is een door The Open Group, een commercieel
samenwerkingsverband van de IT-leveranciers Capgemini, HP, IBM, NEC,
SAP, Sun naast HSBC-bank, ontwikkelde enterprise-architectuurmethode.
Zie een twee
Allemaal eigen principes, geen algemene. Incoherent en inconsistent
verzameling van best practices. Jan Dietz
11. The Zachman Enterprise Framework. Het gaat hier om het door John
Zachman in de 80-er jaren ontwikkelde raamwerk dat door hem een classificatieschema
van de elementen die komen kijken bij de inzet van IT genoemd wordt.
De schrijvers stellen dat het een structuur is voor het beschrijven
van onderdelen van de enterprise. Dit is verrassend, omdat ze daarmee
de mening van Zachman over zijn eigen raamwerk aanpassen omdat het alleen
over IT in de context van de organisatie gaat. Grappig daarbij is dat
Zachman zelf, als topadviseur, zich vooral toelegt op het invullen van
de motivatie-cel, rechtsboven in zijn raamwerk.
De schrijvers noemen het geheel kompleet, zonder tekortkomingen, maar
stellen gelijk dat het jammer is dat er geen (enterprise-architectuur)methode
bij gegeven wordt. Daarmee kennen zij de waarde van het Zachman raamwerk
alleen als aanvulling van TOGAF, en ontkennen daarmee de kracht van
een classificatieschema zoals ze dat ook rond het Amsterdamse raamwerk
voor informatiemanagement hebben gedaan. Jammer.
Het spindiagram is minimaal en dat is logisch omdat het Zachman raamwerk
geen enterprise-architectuurmethode. Maar het ontkent wel de kracht
die zo’n raamwerk, al is het raamwerk van Zachman zo langzamerhand
wel verouderd, aan een organisatie kan geven.
Zachman: classificatieschema, geen architectuur.
Verkooprapport van TOGAF, waarbij de andere genoemde enterprise-architectuurmethode
hoogstens aanvullend kunnen zijn op deze door Capgemini cs. op de markt
gebrachte aanpak.