Januari/Februari
2000: L_PASO: het VRI-model opnieuw bekeken - DEMO
De stelling van deze maand komt voort uit een reeks discussies die de
laatste maanden gevoerd zijn rond informatie architecturen. Het volgende
probleem doet zich voor:
---
'L_PASO, voorheen het VRI-model, is opgezet om het beroepenveld
van de informaticus in kaart te brengen. Anno 2000 blijkt dit model
verouderd te zijn. Het is voor verbetering vatbaar.
---
Historie
L_PASO is een nieuw acroniem voor wat vroeger het VRI-model heette.
Het VRI-model is ontstaan doordat het VRI (Vereniging voor Register
Informatici) in het najaar van 1996 haar steun heeft gegeven aan de
interne notitie ‘Op weg naar verdere professionalisering’.
Deze notitie was gebaseerd op de eindresultaten van eerdere werkgroepen,
waaronder de VRI-NGI werkgroep Infocus 2000. Het VRI-model heeft zijn
uiteindelijke vorm gekregen door de werkgroep die in de kern bestond
uit Prof. Jan Dietz, Klaas van der Poel, Theo Veltman (Infocus’2000)
en Steven van ‘t Veld.
Bij de eerste presentatie
het VRI-model, medio 1997, was de werkgroep zich er terdege van bewust
dat het model nog verder ontwikkeld moest en kon worden. Het model werd
echter voldoende rijp geacht om in bredere kring gebruikt en becommentarieerd
te worden. De hoop was dat het VRI-model een prominente plaats zou
gaan krijgen in de discussie over functies, taken, opleidingen en kwaliteiten
van informatici, en zodoende een bijdrage zou leveren aan verdere professionalisering.
Na de presentatie
in 1997 is het model geëvalueerd in relatie tot het PAO (Post Academisch
Onderwijs). Onder het acroniem L_PASO is er een directe aansluiting
gemaakt met de binnen en rond de Technische Universiteit Delft uitgewerkte
methode DEMO.
Daarnaast worden pogingen in het werk gesteld om L_PASO de prominente
plaats te geven in de discussie rond het beroepenveld die het VRI-model
toegedacht werd. Om die reden is het één van de speerpunten
van SPITS, het nieuwe samenwerkingsverband van VRI en NGI.
Constateringen
Kijken we, rond de wisseling van het millennium, naar het VRI-model/L_PASO,
dan moeten we constateren dat het nooit de prominente plaats gekregen
of vervuld heeft in de discussie over functies, taken, opleidingen en
kwaliteiten van informatici die verwacht werd. De bijdrage aan de professionalisering
van informatici is dan ook minimaal. Reden voor deze geringe bijdrage
is dat de discussie over het model in bredere kring en de toepassing
ervan niet plaatsgevonden heeft. Buiten initiatieven vanuit PAO en rond
DEMO is er weinig gebeurd. Daarbij is de toepassing binnen PAO niet
echt gelukt en is/wordt e.e.a. met DEMO uitgebouwd tot een methodologie.
Reeds jaren bestaat
een grote behoefte aan een fundamentele discussie over het indelen
van het beroepenveld van de informaticus. Dit wordt sterk gevoeld door
de beroepsverenigingen die de laatste tijd ontstaan zijn. De vraag
is steeds weer hoe beroepen als informatie architect, "kennis"-specialist,
functioneel beheerder, functioneel ontwerper enz. zich onderling verhouden.
Het VRI-model had vele discussies moeten voorkomen. In de huidige, of
desnoods in een aangepaste vorm.
Verder merken we,
in lijn met de stelling, in en rond de praktijk dat het VRI-model /
L_PASO verouderd is. In de navolgende tekst wordt hier nader op ingegaan.
Misschien dat we met deze veranderingen de gewenste discussie alsnog
kunnen starten.
VRI-model / L_PASO [Sommige teksten
zijn, hier en daar aangepast, overgenomen uit de documentatie van het
VRI].

Figuur:
VRI-model/L_PASO Figuur
Het VRI-model is
een indeling van het gehele werkterrein van de informaticus. Het basismodel
kent 24 deelgebieden (cellen). Zij zijn het resultaat van het relateren
van vier soorten werkzaamheden met drie soorten systemen en daarbinnen
twee soorten modellen. Elke cel is gekenmerkt door een zo algemeen
mogelijke aanduiding van de werkzaamheden "in" de cel.
De werkzaamheden
(zie de verticale as in de figuur):
- architectureren
is het tot stand brengen van plannen en architecturen (vergelijk met
stadsontwikkeling en planologie). Aan architecten worden eigenschappen
toegedacht als strategisch en associatief denken, idealisme en sociale
vaardigheid.
- ontwerpen
is het tot stand brengen van een concreet systeem binnen het kader
van de architectuur (vergelijk het ontwerpen en bouwen van een huis,
en het projecteren en aanleggen van een weg). Ontwerpers dienen problemen
goed te kunnen onderkennen en begrijpen, en zij dienen in staat te
zijn om creatief optimale oplossingen te realiseren.
- invoeren
is het doen functioneren of in werking stellen van een gerealiseerd
systeem (vergelijk het in gebruik nemen van een gebouw of het opnemen
van nieuwe telefoonverbindingen in een bestaand net). Typische eigenschappen
die men van invoerders verwacht zijn snelheid en stressbestendigheid.
Op tijd klaar zijn telt zwaarder dan perfectie.
- beheren
is het in gebruik of in werking houden van een systeem (vergelijk
het beheren van een kantoorgebouw of van een telefoonnet). Typische
eigenschappen die men van beheerders verwacht zijn degelijkheid, betrouwbaarheid
en ordelijkheid.
De soorten systemen
(zie de horizontale as in de figuur) geven elk een “informatiekundige
bril”:
- bedrijfsproces
omvat de eigenlijke bedrijfsactiviteiten: het aangaan en nakomen van
commitments tussen mensen, die met bevoegdheid en verantwoordelijkheid
hun taken uitvoeren en dat uitvoeren onderling coördineren. Een
bedrijfsproces wordt gezien als een systeem, bijvoorbeeld het leveren
van klantorders, het beheren van een magazijnvoorraad, maar ook het
besturen van deze processen.
- informatiesystemen
zijn de zuiver informatieverwerkende activiteiten: het inwinnen, verschaffen
en onthouden van kennis over de bedrijfsactiviteiten, alsook het afleiden
van (nieuwe) kennis daarover. Voorbeelden zijn verkoop en inkoopsystemen
en productiebesturingssystemen.
- infrastructuur
is de wijze waarop informatiesystemen gestalte krijgen. Deze systemen
vormen samen de infrastructuur. Die betreft niet alleen de (lokale
en interlokale) transmissienetwerken, maar ook de (centrale en gedistribueerde)
opslag en verwerking van gegevens. Voorbeelden zijn e-mail-systemen,
tekstverwerkers en DBMS-en.
De soorten modellen
(per soort systeem op de horizontale as in de figuur):
- functie/gedrag.
Bedoeld wordt de kennis over het gedrag of de functie van een systeem.
E.e.a. wordt gelijk gesteld aan een blackbox-model, ofwel het kijken
naar wat het systeem dient te doen en welk extern gedrag het dient
te vertonen.
- constructie/werking.
De kennis over de werking en de constructie van een systeem. E.e.a.
wordt gelijk gesteld aan een whitebox-model, ofwel het kijken naar
hoe het systeem opgezet is en hoe het intern werkt.
Het basismodel kan
men tenslotte beschouwen op verschillende occupatievlakken. Deze zijn
niet ingetekend maar dienen als een 3e dimensie gezien te worden, die
loodrecht staat op de gehele figuur. Voorbeelden zijn uitvoering, besturing
(management), advisering (consultancy), onderzoek en onderwijs.
Rond Bedrijfsprocessen
In de kolom bedrijfsprocessen spreken we dus over de inrichting van
organisaties. Taken of activiteiten die samen een bepaald doel (zowel
primair, secundair, tertiair enz.) dienen te verwezenlijken. Omdat een
organisatie meestal (veel) meer doelen dient te verwezenlijken, kennen
we ook meer bedrijfsprocessen. En die kunnen we in beeld brengen (architectureren),
we kunnen veranderingen ontwikkelen (ontwerpen), we kunnen de ontworpen
veranderingen invoeren (invoeren) en we kunnen de bestaande situatie
beheren (beheren).
Omdat het VRI-model
/ L_PASO bedrijfsprocessen als systemen ziet wordt het erg makkelijk
om alleen in structuren te denken waar een model van gemaakt kan worden.
De praktijk leert echter anders. Naast het uitwerken van structuren
zal ook de inzet van mensen en middelen een grote rol spelen. De praktijk
leert dat het beeld van bedrijfsprocessen, wat bedrijfsproces architectuur
heet, dan ook meer is dan een model. En daarmee wordt het architectureren
meer dan puur modelleren. En dient bij de onderliggende activiteiten
van het ontwerpen, invoeren en beheren veel meer in acht genomen te
worden dan alleen de structuur.
Spreken we over
de occupatievlakken, dan zien we rond bedrijfsprocessen alleen een haast
indirecte invloed van informatiekunde en ICT. Natuurlijk is de invloed
van ICT en de mogelijkheden van inzet daarvan van belang bij het neerzetten
van de bedrijfsproces architectuur. Maar zeker zo belangrijk zijn bijvoorbeeld
de personele, culturele, juridische en logistieke aspecten. In de praktijk
blijkt het daarom steeds weer de vraag of het inrichten van bedrijfsprocessen
wel het werk is van informatiekundigen of zelfs ICT-ers. Daarbij dient
aangetekend te worden dat specialisten op dit gebied veel voordeel en
synergie kunnen realiseren als ze goed (kunnen) samenwerken met informatici.
Rond infrastructuren
In deze kolom wordt het moeilijker. Als we naar de zgn. technische infrastructuur
kijken, dan klopt e.e.a. goed. We spreken dan over systeemsoftware en
hardware/netwerken. Die kunnen we in beeld brengen (architectureren),
we kunnen veranderingen ontwikkelen (ontwerpen), we kunnen de ontworpen
veranderingen invoeren (invoeren) en we kunnen de bestaande situatie
beheren (beheren). Hier natuurlijk wel weer de opmerking dat een architectuur
breder is dan een model.
Het wordt moeilijker
als we naar applicaties en gegevens kijken. Deze geven informatiesystemen
mede gestalte, zoals in de definitie van infrastructuur staat. En dat
klopt ook met de genoemde voorbeelden E-mail systemen en tekstverwerkers.
Applicaties en gegevens zouden daarmee onderdeel zijn van de infrastructuur.
Hier ontstaat echter een discrepantie met de kolom informatiesystemen.
Rond informatiesystemen
In deze kolom zijn problemen ontstaan. In 1997 werd hier feitelijk nog
een verkapt systeemontwikkelingstraject neergezet, waarbij onder architectureren
een veel bredere manier van specificeren werd gedacht. Ontwerpen was
het ontwikkelen van veranderingen in de vorm van nieuwe informatiesystemen
of applicaties. Deze werden daarna ingevoerd en beheerd.
We hebben de volgende
vraagpunten ontdekt:
- in de context
van het VRI-model spreken we over het ontwerpen, realiseren en beheren
van informatiesystemen en/of applicaties. En dat terwijl we net geconstateerd
hebben dat applicaties en gegevens informatiesystemen mede gestalte
geven, en daarmee onderdeel zouden zijn van de infrastructuur.
- We beheren ingevoerde
applicaties. Wat we beheren is in feite een huidige invulling van
wat bij architectureren in beeld is gebracht. Beheren is daarmee een
activiteit die te maken heeft met de huidige manier van implementeren.
Maar met een functioneel beheer dienen we in termen van de (informatie)
architectuur te spreken en niet in termen van het geïmplementeerde.
Architectureren zou daarmee een ander soort beheren inhouden. Aan
de andere kant spreken we ook over het beschikbaar stellen van ingevoerde
oplossingen die eerder als onderdeel van de kolom infrastructuur gezien
konden worden. En daarmee zouden die oplossingen natuurlijk ook in
die kolom beheerd dienen te worden.
Nieuwe inzichten
lijken het VRI-model / L_PASO dus toch ingehaald te hebben.
Een nieuw VRI-model / L_PASO?
Met het bovenstaande lezen blijkt de stelling juist te zijn. Wat moet
nu gedaan worden om de VRI-model / L_PASO bruikbaar te maken voor het
in kaart brengen van het beroepenveld? Het volgende:
- Zorg ervoor dat
wat in de kolom bedrijfsprocessen staat breder uitgelegd wordt dan
wat in modellen en structuren gevangen kan worden. Dit doet recht
aan wat onder een bedrijfsproces architectuur wordt verstaan.
- Ga in discussie
met andere, meestal lang gevestigde beroepsgroepen over wat bedrijfsprocessen
zijn. Het is aannemelijk dat deze kolom hoogstens naast het werk van
de informaticus dient te komen. Maar dan wel als een uiterst belangrijk
punt van uitwisseling van ideeën en gedachten met organisaties
(denk aan wat onder business alignment of strategic alignment verstaan
wordt).
- Geef applicaties
en gegevens de juiste plaats in het model. Het zou logisch zijn om
deze elementen uit de kolom informatiesystemen te halen en toe te
voegen aan de kolom infrastructuur. Daarmee zou dan niet alleen de
technische infrastructuur gestalte geven aan systemen, maar ook aan
de applicaties en gegevens. En dat lijkt een logische keuze.
Een andere mogelijkheid zou zijn om een extra kolom tussen informatiesystemen
en infrastructuren te introduceren voor applicaties en gegevens. De
gedachtenwereld van wie zich hier mee bezig houdt, vooral systeemontwikkelaars
en applicatie- en gegevens-beheerders, is een andere dan die van de
technische infrastructuur specialisten. Toch is het de vraag of in
het model zo zwaar ingegrepen moet worden. Alles houdt immers verband
met wat werkelijk aan organisaties ter beschikking gesteld is en wordt.
En daarmee krijgt de term (informatie) infrastructuur ook gelijk een
heldere betekenis.
- De kolom informatiesystemen
dient anders uitgelegd te worden. In de praktijk blijkt steeds weer
dat een informatie architectuur nu eenmaal op een heel ander niveau
naar informatie kijkt dan in één van de andere kolommen
nodig en gewenst is. Ook daar kan je heel goed spreken over architectureren,
ontwerpen, realiseren en beheren van de informatie architectuur.
Beheer zal echter niet iets als applicatiebeheer (zie onder infrastructuur)
zijn, maar eerder het beheer dat een informatie architect voert over
een informatie architectuur (de vergelijking met functioneel beheer
dringt zich terecht op). Misschien dat de naam van de kolom zelfs
beter veranderd kan worden in informatie architectuur.
Er zullen meer vraagstukken
zijn, maar deze duiken iedere keer weer op. Het kan voor stevige veranderingen
zorgen in het VRI-model (of L_PASO). Het nodige krijgt daarmee wel een
veel logischer en inzichtelijker plaats. En dat niet in de laatste plaats
als de dimensie occupatievlakken toegevoegd wordt.
Ter afronding
Zoals gesteld is een discussie over het indelen van het beroepenveld
van de informaticus nog steeds hard nodig. Sterker, de behoefte lijst
door het ontstaan van nieuwe beroepsverenigingen steeds groter te worden.
De huidige opzet en inrichting van het VRI-model / L_PASO blijkt verouderd
te zijn. Het wordt dus tijd voor het aanpassen van dat model. Of voor
het ontstaan van een ander model waarmee het beroepenveld wel goed en
duidelijk in beeld gebracht wordt. Omdat er op dit moment geen andere
modellen kandidaat zijn is het tijd om deze het VRI-model om te zetten
naar bijvoorbeeld een SPITS-model. Misschien dat we daarmee die brede
discussie op gang kunnen krijgen en de nodige afspraken met elkaar kunnen
maken. Het zou een start kunnen zijn om beroepen te maken van wat nu
vaak nog door cowboys en indianen uitgevoerd lijkt te worden.