Oktober
2000: Architect en Organisatie
Het Genootschap
voor Informatie Architecten (GIA) is samen met de overheid bezig vast
te stellen wie de 'stakeholders' zijn rond het beroep van informatiearchitect.
Om die reden wordt contact gezocht met groepen organisaties zoals gemeenten,
banken, verzekeringsmaatschappijen, ziekenhuizen, transportbedrijven,
productiebedrijven enzovoort. In gesprekken met deze organisaties komt
steeds eenzelfde opvatting naar voren. Deze opvatting heeft de volgende
stelling opgeleverd:
---
De informatiearchitect
is er voor de organisatie die behoefte aan informatie heeft en niet
in eerste instantie voor de inzet van ICT
---
Deze stelling is
juist, en dat heeft grote consequenties. Omdat deze consequenties nauwelijks
door lijken te dringen, wordt er in deze discussie aandacht aan geschonken.
Een informatiearchitect
is iemand die zich bezighoudt met de informatie in een bepaalde omgeving.
Zo'n omgeving is vaak een combinatie van één of meer organisaties. Het
is erg belangrijk dat het om een vastgestelde omgeving gaat, omdat informatie
een relatief begrip is. Informatie zijn namelijk die gegevens die betekenis
hebben in die omgeving. Als we weten wat informatie is, kunnen we er
ook allerlei uitspraken over doen in de vorm van eisen, wensen, uitgangspunten
en randvoorwaarden. Het beeld dat zo van de informatie ontstaat, inclusief
alles wat daarover gezegd en gedacht wordt of moet worden, heet de informatiearchitectuur.
De informatiearchitect zorgt ervoor dat deze er komt en wordt beheerd.
Wat betekent het
voor een omgeving als een informatiearchitect in de arm wordt genomen?
Nou, de informatiearchitect stelt zoals gezegd vast wat informatie is
en wat een omgeving daarmee wil. Vaak heeft een organisatie al van alles
en nog wat uitgewerkt. Een initiële scan dient dan ook om de architect
inzicht te geven in wat een omgeving al heeft. Je zou het kunnen vergelijken
met wat bijvoorbeeld CMM doet: hoe ver is men, waar zitten de gaten,
wat is er goed uitgewerkt en wat niet, en ga zo maar door. En met dat
beeld, de informatiearchitectuur, kan de architect de omgeving beargumenteerd
adviseren waaraan eerst gewerkt moet worden, en wat nog kan wachten.
De consequenties
Deze manier van
werken heeft belangrijke consequenties. Zo is het van groot belang dat
een informatiearchitect goed contact heeft met de mensen die verantwoordelijk
zijn voor de informatie. Immers, alleen met hen kan de architect vaststellen
welke gegevens informatie zijn. Omdat organisaties altijd meer dan één
verantwoordelijke hebben, is onderlinge afstemming van het grootste
belang. Dit wordt meestal een soort 'spel van kampioenen'. Met als doel
eenduidigheid te brengen in een totaalbeeld, dat anno 2000 vrijwel altijd
zeer diffuus is. De basis voor de informatiearchitectuur, dus.
Zodra er in enige
mate een invulling van een informatiearchitectuur bestaat, kan een organisatie
er iets mee doen. Immers, als je weet wat je informatie is en daaraan
toevoegt hoe effectief (zie de discussie rond alignment in stelling
10) die informatie ter beschikking is, kun je gaan sturen. Zo kan een
onderbouwde visie op informatie worden ontwikkeld, met een strategie,
een beleid en een plan voor het doorvoeren van de nodige veranderingen.
De informatiearchitect kan daarbij aangeven wat de consequenties van
die veranderingen zijn. Dus zowel bij het invoeren van een documentmanagementsysteem
als van kantoorautomatisering of van ERP-software. En wat te denken
van de overgang van een productgerichte insteek naar een klantgerichte?
Of van de introductie van e-commerce?
Een organisatie
kan met een goede informatiearchitectuur de verantwoording gaan dragen
voor haar informatie. In goede samenspraak met de eigenaren van die
informatie zou dat de taak van een Chief Information Officer (CIO) zijn.
Inhoudelijk ondersteund door zijn informatiearchitect kan hij de productiefactor
informatie gaan managen. En dat zie je ook al mondjesmaat in organisaties
gebeuren. In informatie-intensieve organisaties krijgt de CIO af en
toe zelfs al een plaats in de directie.
Merk op dat er nog
steeds met geen woord over welke technologie dan ook is gesproken. Het
belang van de inzet van IT en andere technologieën wordt met de inzet
van een informatiearchitect ook duidelijk teruggedrongen naar het gemiddeld
redelijke belang dat het feitelijk heeft. In feite houden we rond de
inzet van technologie maar twee hoofdtaken over:
- het realiseren
van oplossingen
- het (technisch)
beheren van bestaande oplossingen.
Reden hiervoor is
dat we met de informatie-architectuur weten wat de organisatie wil.
Lange trajecten om oplossingen te specificeren zullen dan ook steeds
minder nodig zijn. Het 'voortraject' wordt daarmee uiteindelijk teruggebracht
tot een soort onderzoek naar de toepasbaarheid van wat we al weten en
willen. Met het resultaat dienen de juiste objecten en applicaties ontwikkeld
of gekocht te worden. Ongeacht of het inbesteed of uitbesteed wordt
of outsourced is.
Het bedoelde beheer
kan beperkt blijven tot het beheer van de informatie-infrastructuur;
van de bestaande oplossingen, dus. Wat we tot nu functioneel beheer
genoemd hebben is immers wat de informatiearchitect en de CIO doen.
De informatiearchitect
brengt het belang van de inzet van IT terug in proportie
De mening dat technologie
bepalend zal zijn voor de manier waarop een organisatie in de toekomst
ingericht wordt, is slechts beperkt waar. Natuurlijk zullen de mogelijkheden
van de technologie omarmd worden door organisaties. Maar dan wel ingestuurd
vanuit de organisatie zelf. De organisatie zal immers zelf willen blijven
bepalen welke activiteiten ze ontplooit. De rol van de informatiearchitect
is van groot belang omdat hij immers weet wat de organisatie wil en
kan zien of een nieuwe technologie daaraan iets toevoegt. Zijn adviezen
kunnen door de CIO gebalanceerd ingebracht worden, zodat niet de hele
organisatie belast wordt met technische vraagstukken die ze vaak toch
nauwelijks begrijpt, laat staan op kan lossen.
Een informatiearchitect
staat, net als een bouwarchitect, de organisatie terzijde. Hij zal,
net als in de bouwwereld, de onderhandelingen voeren met aannemers:
softwarehuizen, leveranciers enzovoort. En net als in de bouwwereld
werken architecten niet voor aannemers. Zij moeten immers de handen
vrij hebben om het beste voor een organisatie te kunnen realiseren.