November
2000: Een E-mail gesprek over Informatiearchitecten
Tussen:
- Edwin Sierat,
Projectleider / Bedrijfsanalist bij Aegon
- Steven van ’t
Veld, onafhankelijk informatiearchitect bij A/I/M bv
De aanleiding van
het navolgende gesprek was de inhoud
van de column van Steven van ’t Veld in het vakblad Informatie.
De stelling in de column luidde:
“Het
is niet te bepalen waar de taak van de informatie architect ophoudt
en waar de taak van de IT-er begint.“.
Steven bestrijdt
deze stelling en stelt dat juist relatief simpel vast te stellen is
waar de scheiding tussen de taken van de informatie architect en de
IT-er ligt.
De inhoud van de
betreffende column
kwam op het volgende neer:
Informatie
architecten zijn mensen die in staat zijn om met een organisatie na
te denken over de gegevens die informatie zijn voor die organisatie.
De informatie architect kan zo vaststellen wat de organisatie met
die informatie wil en kan bereiken. Hij/zij is daardoor in staat om
goed passende oplossingen, bijvoorbeeld door IT in te zetten, te laten
realiseren. Zijn kennis stelt hem/haar in staat om bestekken samen
te stellen voor veranderingen die gerealiseerd zullen moeten worden
in de informatievoorziening.
IT-ers dienen zich, volgens Steven, bezig te houden met informatie
technologie door projectmatig de gewenste veranderingen te realiseren
en programmamatig de informatievoorziening te beheren. De veranderingstrajecten
zijn vergelijkbaar met het aloude traject van ontwikkelen van applicaties
en informatiesystemen. Het bestek is vergelijkbaar met wat we altijd
specificaties of de resultaten van een informatie analyse genoemd
hebben. IT-ers krijgen het bestek en werken dat verder uit tot een
(functioneel) ontwerp van de in te zetten IT-oplossing. Zij zullen
deze oplossing zodanig moeten ontwerpen dat de aansluiting met organisatie
(de business alignment) en met andere oplossingen optimaal is.
Op deze stelling
reageerde Edwin Sierat. Het vraag en antwoord spel dat zich toen ontspon
willen wij u niet onthouden. De teksten van Edwin
zijn in het navolgende rood gemaakt, de
teksten van Steven blauw.
Edwin: Het is natuurlijk
altijd moeilijk in een korte column teveel de diepte in te duiken, maar
ik vind dat er in deze column toch wel erg sterk versimpeld wordt. Ik
denk dat een belangrijk deel van de verwarring terug te voeren is op
een definitiekwestie: wat is een IT’er? Zoals in de column beschreven
is het een behoorlijk technisch persoon die een rol vervult vanaf het
FO t/m de implementatie. Ik zie een IT’er echter als iemand met
een (gedeeltelijke) IT achtergrond.
Is dit belangrijk? Ik denk het wel. Namelijk, wanneer mensen met een
(gedeeltelijke) IT achtergrond worden gezien met de bril die in de
column wordt gebruikt, zal er geen gebruik worden gemaakt van een groot
deel van de potentie van IT’ers. Vergeet niet: er zit een énorme
diversiteit in de groep IT’ers. Deze varieert van mensen die uit
de bestuurlijke informatiekunde hoek komen (en bij wijze van spreken
geen letter kunnen programmeren), tot mensen die uit de technische informatica
komen en chips kunnen ontwerpen en maken (in principe).
Vooral mensen die uit de bedrijfskundige (of bestuurlijke) informatiekunde/informatica
hoek komen zijn ervoor opgeleid om met gebruikers te spreken, in hun
taal, en over hun problemen. Zij hebben een achtergrond die soms meer
bedrijfskunde en/of economie bevat dan informatica; maar ze komen vaak
wel terecht op een IT afdeling, en zijn dus (jouw definitie) IT’ers
en dus alleen geschikt om over technische zaken te spreken. Dit is zowel
voor de personen zelf, als voor de bedrijven die hen hebben ingehuurd,
een slechte zaak.
Ik zou er juist voor willen kiezen om IT’ers in te zetten op die
zaken waar ze goed in zijn. Dit is enorm divers, maar bevat zeker alle
zaken waarbij analytische vaardigheden een rol spelen. Dus, van architectuur
en bedrijfsanalyse tot hardware. Natuurlijk moet de kennis, ervaring
en (communicatieve) vaardigheid van de bewuste persoon hier wel voldoende
voor zijn.
Steven:
Ja, je hebt natuurlijk gelijk. Ik benader dit echter van de andere kant.
Wat je in de praktijk ziet is dat er een enorme, haast niet te overbruggen
afstand bestaat tussen IT en business. De meeste IT-ers, en dat zijn
er ruim 200.000 in Nederland, kijken naar de business in de gedachten
van: we hebben een goed product, organisatie gebruik het alsjeblieft.
En dat gebeurt vaak niet, of in ieder geval veel te weinig. Men roept
ook steeds over een betere Business-IT alignment, waarbij Tapscott/Caston
of Zachman aangeroepen worden. Logisch, want zij geven resp. 5 en 36
views op het IT-systeem. De business wordt daarbij neergezet als een
"view op het IT-systeem". En dit is nu precies waarom ik een
scherpe scheiding zie tussen de informatie architect en de IT-architect.
Die komen we ook hard tegen in de praktijk en in de cursussen die we
geven.
In ruim 20 jaar praktijk blijken IT-ers soms wel en soms niet open te
staan voor niet direct aan (informatie) technologie gerelateerde zaken.
Het blijkt vooral voor de harde(re) IT-ers ontzettend lastig te zijn
om los van technologie over informatie te praten. Dit heeft mijn mening
gevormd dat we het echt over verschillende vakgebieden hebben als we
spreken over "informatie" en "IT". Zoals gezegd
kent Nederland ruim 200.000 IT-ers. In de praktijk kom ik slechts enkele
10-tallen, misschien ongeveer 100 mensen tegen die zich in informatie
hebben gespecialiseerd.
Het
zou passen in het jarenlang gehanteerde doorgroeimodel (“je begint
als programmeur en groeit via analist/programmeur naar ontwerper, informatie
analist en uiteindelijk wordt je manager”) als IT-ers in de loop
van de jaren doorgroeien naar informatie architecten. Het blijkt echter
steeds weer dat veel mensen de technologie niet los willen of kunnen
laten. Onder de bedrijfskundigen zien we dat in mindere mate. Veruit
de meeste mensen blijken in eerste instantie opgeleid te worden tot
informatie technoloog en het blijkt voor velen vrijwel onmogelijk om
de stap van IT naar informatie te maken. Niet onlogisch, want een metselaar
wordt ook niet even snel architect.
Wij zien enorme verschillen tussen IT-ers en informatiespecialisten.
De informatie architect is niet een ander woord voor informatie analist.
Hij/zij dient in staat te zijn een informatie architectuur voor een
organisatie als geheel neer te zetten. En daarmee zitten IT-ers en informatie
architecten ook gelijk in elkaars vaarwater: als de informatie architect
zijn werk goed doet kan het werk van IT-ers teruggebracht worden tot
een minimum. Ik heb eens voor het Ministerie van Economische Zaken berekend
dat als we tussen de 4000 en 8000 informatie architecten zouden hebben
we ongeveer 100.000 IT-ers minder nodig zouden hebben (bij dezelfde
werklast, natuurlijk).
Informatie
specialisten vinden we onder de IT-ers, maar ook onder de organisatie
specialisten, andragologen, AO-ers, materiespecialisten en ga zo maar
door. Je hebt gelijk als je zegt dat ze onder de noemer van IT-er gebracht
zijn. Door de andere rol die ze vertolken zien we in de praktijk dat
ze daar gewoon niet thuishoren.
Dat
zie je ook in de diensten die informatie aannemers als softwarehuizen
en systeemhuizen leveren. Die hebben een probleem met het ontstaan
van het beroep van de informatie architect omdat ze daarmee zelf uitkomen
op een echte aannemersrol. Een informatie architect zal immers met
de organisatie naar oplossingen zoeken en die zullen ook, en vaak zelfs
alleen bij andere aanbieders dan een specifiek softwarehuis gevonden
kunnen worden. Daarmee dient het schrijven van een bestek, het werk
van de op inhoud gerichte informatie architect, losgekoppeld te worden
van de toepassing van IT. Je ziet dan een zeer nette en logische verdeling
van werkzaamheden ontstaan tussen de informatie architect en de IT-er.
De informatie architect staat daarbij aan de kant van de business, naast
de CIO, en helpt die business aan de juiste oplossingen omdat hij/zij
weet waar het over gaat in de business. En daarmee staat hij/zij dus
"tegenover" de informatie aannemers.
Edwin: Voor een
deel ben ik het ook zeker met je eens, voor een ander deel helaas niet.
Ik zal in het navolgende geen onderscheid maken tussen een programma
(een groep gerelateerde projecten) en een project.
Als ik je goed begrijp zou het bereik van de informatie architect lopen
vanaf de architectuur t/m de informatie analyse. Zo snel het naar applicatie
gaat neigen zou de IT-er in het spel komen. Deze tweesplitsing is ingegeven
door het probleem dat IT-ers niet in staat zouden zijn (of niet geïnteresseerd
zouden zijn) om de techniek en de business van elkaar te scheiden.
Steven:
dit is niet helemaal de reden. Ik heb in de praktijk gemerkt dat er
een enorme afstand bestaat tussen “IT-denkers” en “Businessdenkers”
(mensen die alles van Banken, Verzekeringen, Logistiek enz. in organisaties
afweten, de materiedeskundigen, de gebruikers). Daar zijn wat proeven
mee gedaan. Daarbij zie je duidelijk dat IT-ers de business vanuit de
IT benaderen (mooie voorbeelden zijn Zachman en Tapscot/Caston!). Maar
de businessdenkers begrijpen die invalshoek vaak helemaal niet. Ze vinden
vaak ook niet de tijd om zich voldoende in IT te verdiepen om er voldoende
van te kunnen begrijpen. De logische vertaalslag blijkt hier te liggen
in het vaststellen welke gegevens informatie zijn en wat een omgeving
met die informatie wil. Dat begrijpen, en ik heb dat echt vele keren
zien gebeuren, zowel de businessdenkers als de IT-denkers.
Een ander punt is
dat ik niet één architectuur zie, maar diverse. Voor informatiekundigen
en IT-ers zijn er meestal 3 echt relevant: de bedrijfsprocessen architectuur,
de architectuur van de informatie infrastructuur (omvat de IT-architectuur)
en de informatie architectuur in hun onderlinge samenhang en alignment.
De IT-er kijkt vakmatig naar een steeds groter deel van de informatie
infrastructuur en de informatie architect kijkt naar de informatie architectuur.
De informatie architect vertaalt tussen business en IT. En vraag me
nu niet welk van de beroepen die bij de architecturen horen moeilijker
of makkelijker zijn. Volgens mij, en dat zie ik ook keer op keer in
mijn praktijk, zijn ze fundamenteel anders en hebben dus elk hun eigen
moeilijkheidsgraad.
Edwin: Inderdaad
zijn er vele IT-ers die voornamelijk geïnteresseerd zijn in IT
gerelateerde onderwerpen. Wat ik echter heel duidelijk zie is dat "IT
gerelateerd" langzaam maar zeker verschuift. Tegenwoordig speelt
IT een dusdanig grote rol in de bedrijfsvoering van vooral (middel)grote
bedrijven dat IT al snel een rol zal spelen in veranderingen in deze
bedrijfsvoering. Tevens zijn er steeds meer IT-ers die begrijpen dat
niet iedere oplossing een IT oplossing hoeft te zijn, en (niet minder
belangrijk) dat vele oplossingen naast een IT component een (vaak veel
grotere) organisatiecomponent kennen.
Steven: Helemaal
mee eens. Maar nemen ze daar de consequenties dan ook van? In mijn ogen
niet. Verzekeren is mijns inziens een ander vak dan IT-specialist zijn.
In een van mijn eerdere columns spreek ik over 8 soorten alignment in
plaats van alleen over business alignment. Wat ik denk en vind is dat
de IT-ers open moeten gaan staan voor andere specialismen en dat zij
daar samen mee moeten gaan werken. Niet dat de IT-er een business view
en een work view maakt die de business in kaart brengt in termen van
IT, want dat werkt op de langere termijn gewoon niet.
Alignment is heel
erg belangrijk. Maar juist alignment laat steeds weer 2 of zelfs meer
kanten van een medaille samenwerken, waarbij synergie ontstaat. Business
alignment zorgt voor de afstemming tussen business en informatie infrastructuur
(vooral de IT daarbinnen). Daarmee is gelijk gezegd dat beide elkaar
dienen te versterken en dan is het juist ontzettend belangrijk dat
de beste IT met de beste business gecombineerd wordt. De praktijk leert
echter dat een “koude” confrontatie van deze beide veel
en veel te weinig tot goede resultaten leidt en een tussenstap via
informatie doet echt wonderen.
Edwin: Hier spelen
een aantal problemen. Vele leveranciers van IT-diensten werken met een
dubbele agenda. Enerzijds willen ze de klant adviseren over een optimale
oplossing, maar anderzijds willen ze hun eigen diensten verkopen. Daarom
is het gevaar zeer groot dat wanneer een softwarehuis een informatie
analyse of probleemdefinitie uit gaat voeren, de oplossing zal betekenen
dat er IT inzet nodig is. Hetzelfde geldt overigens vaak ook voor (niet
IT) organisatieadviesbureaus. Hun onderzoek zal regelmatig opleveren
dat er inzet van consultants nodig zal zijn. Het klassieke probleem
van het "onafhankelijke" advies. Jij refereert hier ook aan,
en ik moet het roerend met je eens zijn.
Steven: dit is het
toneel van de concurrentie die op dit moment gevoerd wordt. Heel simpel:
als je gaat bouwen komt je architect ook niet bij je aannemer vandaan!
Een hele simpele regel die in de IT vaak met voeten getreden wordt.
Het kan bij aannemers zelfs regel zijn dat hun medewerkers alleen mogen
adviseren wat zij zelf kunnen leveren.
Een goede architect kan, in de huidige situatie binnen de IT, aannemers
echt goudgeld kosten. In de eerste helft van de jaren ‘90 heb
ik eens een grote procurement begeleid. De specificaties waren geschreven
door een aannemer. Op basis daarvan werd aangeboden voor een all-in
bedrag van f.80 miljoen en het hele traject diende als zeer risicovol
aangemerkt te worden. We hebben toen een tussenstap gemaakt. In een
½ jaar hebben we gemiddeld met 1½ mens uitgezocht wat
men nu echt nodig had. Toen we daarmee offerte aangevraagd hebben was
de prijs ineens gezakt tot f.13 miljoen fixed price, fixed time en we
konden praten over fixed quality.
Zo maakt een architect het aannemers natuurlijk wel ontzettend moeilijk.
Maar ja, als je dan ziet dat het bedrijfsleven nu gebukt gaat onder
de extreem hoge kosten (zoals gezegd eind 2000 gemiddeld 78% van de
totale kosten voor exploitatie en dat percentage wordt groter omdat
investeringen deze last niet blijken te verlagen!) die de huidige informatievoorziening
met zich brengen. Legacy problemen die voor een groot deel omzet voor
de aannemers opleveren. Gelukkig zien steeds meer bedrijven de problemen
hiervan in en worden wijs. Dat moet ook, want we zijn wel bezig om op
dit moment de legacy problemen van morgen te creëren.
Edwin: Een aantal
IT-ers blijkt tijdens de definitie fase er erg veel moeite mee te hebben
niet meteen een IT oplossing aan te dragen. Dit noem je ook al.
Steven: Ja, en dit
is nou zo ontzettend logisch dat het vaak aan de aandacht ontsnapt.
De business wil geen gevecht over IT maar wil gewoon geholpen worden
de juiste informatie op het juiste moment te hebben en te krijgen. Meer
niet. En dat realiseer je niet door te beginnen met over IT te praten.
Zorg nou eerst eens dat je weet wat je nou eigenlijk nodig hebt.
Edwin: Klanten vragen
van IT adviseurs vaak alleen maar IT advies. Er wordt regelmatig gedacht
dat een IT-er per definitie geen kennis kan hebben van de bedrijfsvoering
en alleen in staat is om iets te zeggen over programmeren. Dit is natuurlijk
onjuist. Zoals ik in mijn 1e reactie al aangaf zijn vele IT-ers gezien
hun opleiding en ervaring vaak zeer goed in staat om (door het stellen
van de goede vragen) een uitstekende analyse uit te voeren, en hier
(in samenspraak) goede adviezen uit te formuleren. Juist daarom ben
ik geen voorstander van de strikte tegenstelling IT niet IT.
Steven: misschien
wat vreemd gezien het voorgaande, maar ik ben het op dit punt wel met
je eens. Ik blijf echter toch een essentieel probleem houden in de trant
van “noem alle trouwe viervoeters die blaffen Hond”. Het
probleem is dan echter dat we er niet meer achter kunnen komen of we
het nu over een Pekinees of over een Rottweiler hebben. De een heeft
bijvoorbeeld wel heel andere voeding en verzorging nodig dan de andere.
En ik kan je vertellen dat ik weet dat de hoeveelheid voeding echt
anders is!
Dit is misschien een wat ruwe vergelijking, maar het is wel wat er in
IT-land aan hand is. 10 jaar geleden, bijvoorbeeld, had het VRI 2.500
leden. Die leden zagen samen kans om 3.000 verschillende namen voor
hun specialismen in en rond IT op te geven. Als je dan naar Europa
kijkt is er een standaard (CEPIS organisatie: EISS) die 43 soorten beroepen
(streams) onderkent. Die streams vormen samen weer 9 groepen van echt
verschillende beroepsgroepen. We kunnen, volgens mij, niet of nauwelijks
over IT-ers in het algemeen spreken, de profielen zijn daarvoor te verschillend.
Wat je volgens mij
zegt is, dat onder de noemer van IT-er, mensen allerlei vakken uitoefenen.
Dan zijn we het dus met elkaar eens. Als voorzitter van het GIA wil
ik het beroep van informatie architect isoleren omdat deze mensen slechts
zijdelings met technologie te maken hebben. Ze moeten wel het nodige
van IT weten omdat ze met aannemers moeten kunnen praten, maar dat is
dan ook alles. Daarom is het erg moeilijk om op die beroepsgroep het
label IT te blijven plakken.
Edwin: Samenvattend:
IT-ers zijn er in vele vormen, maar binnen de IT groep zijn er mensen
te vinden die de diverse analyse rollen binnen programma's (of projecten)
kunnen bezetten. Wat hier (zoals overal) wel geldt is natuurlijk dat
niet iedereen alles kan (of wil).
Steven: Dit laatste
is de belangrijkste reden om de zaken te scheiden. Daarom hebben we
bijvoorbeeld ook het VRI-model opgesteld, het model dat nu L_PASO heet.
De informatie architect heeft een nogal afwijkend profiel van dat van
de andere IT-ers en dat zal op de een of andere manier naar voren gebracht
moeten worden (waarmee ik overigens niet wil zeggen dat er geen andere
IT-ers zijn met een afwijkend profiel). Het is voor mij nog steeds de
vraag of je de informatie architect nu wel of niet als IT-er moet zien.
Voorlopig kies ik voor een scheiding om de verschillen helder te kunnen
maken.
Edwin: Ten aanzien
van de scheiding tussen IT architect en informatie architect; ik zou
verwachten dat de informatie architect ook in staat is een (niet-technische)
IT architectuur te maken. Ik heb het dan over bijvoorbeeld een applicatie
architectuur welke de gewenste bedrijfsprocessen en data mapt op de
bestaande applicaties. De technische architectuur (middleware e.d.)
is weer een heel ander (sterk technisch) specialisme. Maar misschien
is dit alleen een begripsverwarring. Eigenaardig dat de praktijk uitwijst
dat er maar weinigen zijn die in staat zijn om IT los te laten bij het
kijken naar een bedrijf. Ikzelf zie toch regelmatig (weliswaar niet
op architectuur vlak) mensen die ook mee willen (en kunnen) denken over
niet-IT oplossingen en problemen.
Steven: De informatie
architect dient met een IT architect samen te kunnen werken om een IT-architectuur
als onderdeel van een architectuur van een informatie infrastructuur
te kunnen maken. Hij/zij kent immers wat het bedrijf echt wil en kan
die regels toetsen in de IT-architectuur. Dit is vergelijkbaar met de
business specialist die kan samenwerken met een informatie architect
over IC en met een IT-er/IT-architect over de inzet van IT.
Edwin: In de column
wordt een voorbeeld gegeven over informatiemodellering en databases.
Hierbij wordt bijvoorbeeld over de 5e normaalvorm gesproken. Dit is
nu juist in mijn ogen een typisch IT begrip. De gebruikers die ik spreek
(of heb gesproken) hebben over het algemeen geheel geen boodschap aan
een datamodel in het algemeen, en zeker geen genormaliseerd datamodel.
Een logisch datamodel gaat vaak nog nèt. Ik zou zelf verwachten
(maar geef eerlijk toe dat ik geen informatiearchitect ben) dat er hooguit
op logisch niveau over data wordt gesproken. Dit om de aansluiting met
de niet-IT-ers te behouden.
Steven: de 5e normaalvorm
is juist een heel belangrijke voor gebruikers, hoewel ze dat niet in
die termen verteld kan worden. Het gaat daarbij om het elimineren van
redundante informatie die alleen voor een deel van onderhanden entiteiten
opgenomen dient te worden. Het is toch heel gewoon om vast te stellen
dat vroeger alleen voor mannen informatie over de vervulling van hun
dienstplicht opgenomen dient te worden? Ergens zal vastgesteld moeten
worden dat die gegevens in de organisatie waar we werken informatie
is voor de personen die man zijn. En dat is het werk van de informatie
architect. Met die kennis kan de informatie architect ook bestekken
schrijven.
Een goed informatie
architect spreekt niet over normaalvormen, maar past de principes daar
achter gewoon toe. Net als dat je bij een verbouwing ook niet over het
slaan van spijkers praat, maar over de plaatsen waar deuren moeten komen.
Normalisatie is dan ook belangrijke basiskennis voor een informatie
architect. Kijk nu bijvoorbeeld eens naar het aanbesteden van veranderingen
in de informatievoorziening (procurement). Wil je dat goed doen dan
zal aangegeven moeten worden wat een organisatie wil hebben en dat doe
je door een goed bestek te schrijven. Een goed uitgewerkt conceptueel
informatiemodel is dan hard nodig om veel overbodige zaken te voorkomen.
In de praktijk heb ik diverse keren de leveromvang kunnen beperken
tot 1/5 of zelfs 1/10 (in termen van geld) op voorwaarde dat er een
goed bestek voorhanden was.
De informatie architectuur
omvat onder meer al datgene dat je modelmatig over informatie kunt uitwerken.
Integraal voor de organisatie, dus je zult moeten oppassen dat je niet
in teveel details verzeild raakt. Daarom maken we meestal ook een globaal
informatiemodel voor een organisatie als geheel. Als ik me goed herinner
bestaat zo'n model voor een verzekeringsmaatschappij uit 5 tot 10 entiteittypen,
dus 1 plaatje en 1 of 2 velletjes beschrijving daarbij. Daarmee kun
je als organisatie de ontwikkeling van de informatievoorziening in de
hand houden en je beleid formuleren.
Edwin: In het begin
van de column worden een aantal gevaren genoemd in de richting "voor
iemand met een hamer lijkt elk probleem een spijker". De eerste
2 voorbeelden (Cool:Gen en RUP) zijn inderdaad programmeertalen (omgevingen),
maar DSDM is toch meer een faseringsmethode. Ik ben het ermee eens
dat voordat een bepaalde programmeeromgeving wordt gekozen er een goede
afweging moet worden gemaakt (door o.a. de projectleider), en dat het
dus niet zo'n goed idee is om een programmeur langs te sturen wanneer
het probleem nog niet duidelijk is gedefinieerd. Echter, ik zie zelf
niet hoe het hebben van DSDM kennis het definiëren van een probleem
tegen kan werken. Hier gebruik je DSDM helemaal niet voor.
Steven: Klopt. Het
probleem zit in de benadering van zaken: projectgericht versus programmagericht.
Zoals je terecht zegt is DSDM een faseringsmethode. Waar is die fasering
voor bedoeld? Het doel is oplossingen te realiseren in een IT infrastructuur
(als onderdeel van de informatie infrastructuur). Je start met een probleem
en eindigt met ingevoerde IT. Dit op het oog zo duidelijke proces laat
juist vele zaken rond dit proces onduidelijk zijn.
Als voorbeeld: stel ik heb een probleem in de afhandeling van hypotheken
en een bij de afhandeling van schades. Voor beide wil ik betere ondersteuning
met IT. De organisatie geeft opdracht om die oplossingen te realiseren
met DSDM of met RUP, RAD, OO enz.. Wat dan meestal gebeurt is dat elk
van de problemen langs die weg opgelost wordt. Nu zijn dit problemen
waarbij de kans groot is dat delen van de oplossing gelijk kunnen zijn.
Of misschien dat één oplossing gemaakt kan worden voor
beide problemen. We spreken immers in beide gevallen over administratieve
ondersteuning. Dat gebeurt dus meestal gewoon niet. Mogelijk dat men
in het begin van het traject nog met elkaar praat en onderkent dat er
raakvlakken zijn. Maar als de druk op de projecten gezet wordt gaat
ieder snel zijn eigen weg. Met als resultaat dat er applicaties/systemen
ontstaan die op zich wel doen wat ze moeten doen maar die nauwelijks
integreerbaar zijn. Waarom? Vaak door hele simpele problemen: de ene
applicatie werkt met een andere veldlengte dan de andere, de een heeft
voor andere IT gekozen dan de ander, de een gebruikt een andere manier
van afronden van getallen dan de ander en ga zo maar door. Dit soort
problemen leggen de basis die de gemiddelde kosten van de exploitatie
78% van het totale budget laten zijn. Er zullen immers allerlei conversies
gemaakt moeten worden om informatie uit te kunnen wisselen. Verschillende
trajecten leveren vrijwel altijd een andere alignment met de business
op en die dient dan vaak bijgesteld te worden. En dan spreken we nog
even niet over data warehousing, waarbij we de systemen "leeg"
zullen moeten halen en de vaak onvergelijkbare inhoud bij elkaar moeten
gaan optellen.
Informatie architecten
weten dat er in totaal tussen de 20 en 25 onderwerpen zijn die in een
specificatie cq. een bestek uitgewerkt dienen te worden. Door die onderwerpen
integraal op te zetten voor een organisatie voorkomt zij/hij een grote
hoeveelheid werk. Omdat er vrijwel nooit vanuit een greenfieldsituatie
gewerkt kan worden zal gestart moeten worden met het inpassen van wat
je hebt. En dan voorzichtig uitbreiden en verbeteren. Zo ontstaat een
“kennisbank” die we informatie architectuur noemen. In deze
kennisbank staat wat we nodig hebben om de bestekken te kunnen schrijven
en die hoeven we dus niet steeds weer te bedenken in eerste fasen van
onze projecten. We maken dan dus bestekken aan de hand van wat we al
wisten en onder beheer gesteld hadden. Zo groeit onze eerste projectfase
langzamerhand van een analyse fase naar een toepasbaarheidsfase. Veel
goedkoper, met de garantie dat de te ontwikkelen applicaties ook inderdaad
passen.
Zo komen we terug op de initiële vraag dat projectmatig werken
start bij het functioneel ontwerp en daarom zie ik daar dus de start
van het werk van IT-ers. Daarmee worden methoden als DSDM dus wel korter,
net als het oude SDM. Daarmee zullen ook methoden als RAD gebruikt kunnen
worden omdat we al weten wat we willen hebben en we daar "alleen
nog" vorm aan hoeven te geven. Dit zijn de eerste besparingen,
en dan spreken we nog niet over de besparingen die dit op gaat leveren
in de exploitatie fase.
Kort en goed: bij
een programmamatig beheerde informatie architectuur kan het projectmatig
ontwikkelen van oplossingen sterk bekort en in de hand gehouden worden.
Die denkwijze past bij organisaties die wat volwassener zijn en bijvoorbeeld
in CMM fase 2 of 3 verkeren.
Edwin: Nog een kleinigheidje
t.a.v. DSDM. DSDM kan ook worden ingezet bij bijvoorbeeld BPR trajecten.
Hierbij zal regelmatig geen enkele IT oplossing nodig zijn, of anders
in ieder geval zal de oplossing slechts een beperkt deel van het totaal
vormen. Het is dus zeker niet zo dat DSDM per definitie betekent dat
er een IT oplossing moet komen. Verder kunnen ook programma's m.b.v.
DSDM worden uitgevoerd (zie de White Papers). Ik zou DSDM zeker niet
als IT methode willen definiëren, maar meer als een denktrant /
werkwijze welke algemeen bruikbaar is (kan zijn).
Steven: Prima. Ik
zie alleen niet hoe je onder 1 bepaalde methode dit soort heel verschillende
zaken zou moeten combineren. Je definieert de bedrijfsprocessen toch
immers (in goede samenspraak met alle betrokkenen, dus ook de IT-ers)
los van welke oplossingen dan ook. Ik zie ook veel te veel dat onder
een noemer als DSDM IT-ers de bedrijfsprocessen onderhanden nemen.
Vaak worden bedrijfsprocessen alleen als structuur gezien die door organisatie-ingenieurs
uitgewerkt kunnen worden zonder rekening te houden met minder structurele
zaken als mensen, macht, cultuur enz.. Tot nu toe hebben haast alle
methoden het uiteindelijk niet of nauwelijks gered. Denk bijvoorbeeld
aan het uiteindelijke fiasco van SDM. Het samenvoegen van allerlei elementen
tot een methode is gevaarlijk. Zoals een goede collega van me in het
begin van de jaren 80 schreef: de methode doet het niet.
Edwin: Bij RUP e.d.
ligt dat alweer wat anders. De modellering waar RUP op leunt (UML) is
toch voor het grootste deel een IT modelleringtechniek die slechts weinige
niet-IT-ers zal aanspreken.
Steven: OK, maar
pretenderen de RUP- cq. UML-specialisten dat ook? Volgens mij zien ze
het als een volgende, maar dan echte common business oriented language
die de muren gaat slechten. Die beweging hebben we al zo vaak gezien.
Edwin: T.a.v. het
schade en hypotheekprobleem ben ik het met je eens dat het bijzonder
moeilijk blijkt dergelijke zaken integraal aan te pakken. Hierbij zou
een goede architect zeker een rol kunnen spelen.
Steven: toch is
zo’n probleem in essentie vrij simpel. Verzekeringsbedrijven hebben
maar een paar soorten informatie en als je die maar voldoende in de
gaten houdt kom je een heel eind. Het gaat altijd om personen, in alle
soorten en maten, die in allerlei rollen in relatie staan tot producten
en overeenkomsten. Ik heb zo langzamerhand heel wat banken en verzekeringsbedrijven
gezien en als je dit soort simpele uitgangspunten in de achtergrond
houdt ben je in staat om goed te gaan sturen. Vereenvoudigen is het
motto, met als resultaat grote besparingen.
Waarschijnlijk ben ik te lang architect om niet in dit soort instrumenten
te denken. Ze werken gewoon echt als ze goed ingezet en gebruikt worden.
Op die basis werk ik ook veel en graag samen met andragologen, psychologen,
organisatiekundigen enz.. Het probleem verplaatst zich dan op een moment
van de dingen zelf naar de wil van de organisatie om er iets mee te
kunnen doen. En aan dat laatste schort het vaak.
Edwin: De tegenstelling
die ik echter regelmatig heb gezien is de keuze tussen korte en lange
termijn. De business wil meestal liever snel een inefficiënte oplossing,
dan langzaam een architectuurtechnische lange termijn oplossing.
Steven: Ik denk
niet dat je er zo over moet denken. De informatie architect is immers
een adviseur van de CIO. Als de informatie architect zijn organisatie
kent kan hij de CIO aangeven wat de consequenties zijn van bepaalde
oplossingen. Het is dan vrij aan de CIO om te kiezen om dat soort oplossingen
wel of niet te laten instromen. Hij/zij kan er dan ook randvoorwaarden
aan stellen, zodat de zaak niet explodeert.
Als live voorbeeld: de hypotheekadministratie loopt de mist in omdat
deze zwaar verouderd is en de mensen die er mee konden werken plotseling
vertrekken. Je kunt niet zonder, dus je moet wat. Nu is er een oplossing
die de hypotheekadministratie binnen korte tijd goed op poten zet.
Consequentie is dat deze oplossing niet goed aansluit bij de rest van
de legacy. De CIO heeft besloten om dit toch te doen onder de voorwaarde
dat er geen aansluitingen gemaakt gaan worden tussen dit nieuwe en de
oude systemen. Waarom: het kost teveel om ze te maken, het levert teveel
onderhoud op en het maakt beslissingen om andere systemen te vervangen
haast onmogelijk. Tegelijk met deze businessenabler wordt een traject
opgestart om de administraties structureel onder handen te nemen. Kost
wel veel meer, maar de hypotheekbusiness blijft draaien en daarmee blijft
het bedrijf overeind. Zo maar een voorbeeld van wat je kunt doen als
je weet wat de consequenties zijn en daar kan de informatie architect
zijn werk doen. Ik geloof dan ook niet in wat een voor mij bekend bedrijf
laat doen rond architecten: ze laten ze maar praten. Een architect dient
te weten en te kunnen handelen. Praten alleen levert James Martin-achtige
geldverslindende papierstapels op, en niet of nauwelijks voordeel.
We kunnen ervan
uitgaan dat iedere organisatie een informatie architectuur heeft. Deze
is vaak nauwelijks herkenbaar en dus niet hanteerbaar. Breng er orde
in en je kunt gaan sturen. Bijvoorbeeld op de manier die ik net aangaf.
Je ziet dan ook dat beleidsvorming, functioneel beheer, change management,
informatieplanning enz. op zich simpele activiteiten worden. Zo simpel
dat een aantal bedrijven op dat punt tijd vragen om na te denken omdat
de veranderingen dan wel groot worden voor het personeel. Maar we zitten
dan ook in CMM fase 2 of 3.
Edwin: Dit wordt
denk ik helaas ook veroorzaakt door architectuur projecten die verkeerd
zijn gelopen. De paar grote nieuwbouw projecten (onder architectuur)
die ik heb gezien leverden uiteindelijk niets op waar het bedrijf wat
aan had. Het bleef bij allerlei discussies over generieke oplossingen,
maar er werd niets opgeleverd. Na een dergelijke ervaring kan ik me
goed indenken dat een directie nog eens heel hard na gaat denk alvorens
een 2e keer toestemming te geven voor een dergelijk project.
Steven: QED: wat
te bewijzen was. Je noemt het onder architectuur ontwikkelen en tegelijk
is er niets veranderd sinds SDM. Onder architectuur werken heeft weinig
of niets te maken met zweverig blijven kletsen, zoals veel organisaties
dat zien. Daarom hebben informatie architecten altijd een schat aan
ervaring en kunnen ze daarmee waarde toevoegen. Bedrijven betalen anders
voor onnutte resultaten en daar heb je inderdaad niets aan.
Edwin: Op zich natuurlijk
erg zonde, want het goed toepassen van architectuur gedachten kan wel
degelijk geld besparen, en zelfs niet alleen op de lange termijn. Hierbij
moet echter de balans worden gevonden tussen pragmatisme en maximale
(maar bijzonder lastige) oplossingen.
Steven: Ik denk
dat commitment van het management en de wil om structureel anders te
gaan werken nog veel belangrijker is. Het is lastig om dit in bedrijven
te kunnen realiseren. Dat is trouwens ook de belangrijkste reden waarom
ik samenwerk met sociaal en psychologisch geschoolden.
Edwin: T.a.v. jouw
eerdere stuk over de specificatiefase; ik denk ook dat een goede architectuur
zeker kan ondersteunen in de informatie analyse. Hier kan (zeker in
complexe organisaties met veel processen / data / applicaties) behoorlijk
bespaard worden. Ik denk echter dat het uitwerken van de informatie
analyse beter gedaan kan worden door iemand die ook in het vervolgproject
een rol speelt.
Steven: Ben ik gedeeltelijk
met je eens. Ik zie dus 2 niveaus van informatie architect. De hoofd
architect zal de algemene "kenniskast" beheren en de informatie
architecten vullen voortrajecten in op basis van wat die kast bevat.
Daarna zullen zij het totale traject begeleiden.
Ben je bekend met het V-model? Met die begeleiding kun je ervoor zorgen
dat de uitvoering in de 2e poot steeds goed aangehouden wordt tegen
wat eerst vastgesteld is door de architect. Dit voorkomt veel testen
en zal de acceptatie veel hoger maken. Net als in de bouw zie ik de
architect ook zeker als begeleider en auditor, anders werkt het gewoon
niet. Maar die architect zal zelf ook (functioneel) gecontroleerd worden
door de hoofd architect en daarmee door de CIO.
Edwin: In mijn ervaring
is de meest voorkomende reden dat projecten niet in hun opzet slagen
een te grote afstand tussen de klant en de IT afdeling (gegeven dat
het probleem een IT oplossing heeft).
Steven: Ja, maar
waarom zou je nou vooraf moeten bedenken of iets wel of niet een IT
oplossing kan krijgen? En wat te doen als iets een IT oplossing heeft
die omgezet moet worden naar een niet-IT oplossing? Of andersom? Mijn
ervaring is simpel: weet eerst waar je het over hebt voordat je aan
oplossingen gaat denken. Dat is, naar mijn ervaring, echt veel simpeler
dan je zou verwachten. En met een kleine afstand naar de business/klant!
Edwin: Wat regelmatig
gebeurt is dat een probleem of "over de muur (naar IT) wordt gesmeten",
of "door IT over de muur wordt getrokken". In het 1e geval
wil de klant er eigenlijk niet mee lastig worden gevallen, in het 2e
geval weet IT "het zelf wel". Beide situaties leveren natuurlijk
een verkeerd eindresultaat op, al ligt het alleen maar aan de slechte
acceptatie door de klant.
Het bovenstaande is ook een risico van het aanbrengen van een soort
buffer (de informatie architect) tussen de klant en IT. Wanneer IT alleen
met de architect praat, maar niet met de klant bestaat verder nog het
risico dat de klant de informatie architect als een deel van IT gaat
zien, een positie die niet echt wenselijk is. Verder is mijns inziens
een gedegen kennis van de business essentieel voor het maken van een
goede IT oplossing (louter technische projecten daargelaten). Dit zou
natuurlijk ook goed kunnen komen wanneer de informatie architect FO's
gaat schrijven en programmeurs gaat begeleiden, maar dit lijkt me ook
niet de bedoeling.
Steven: Helemaal
mee eens. Dat moet dan ook absoluut niet gebeuren. Een informatie architect
is dan ook geen lijn verantwoordelijkheid! Hij of zij dient, idealiter,
toegevoegd te zijn aan een CIO (bij voorkeur een raad van bestuur/directielid
voor Informatie en Communicatie) in de business. Zij/hij dient de business
te helpen in de onderhandelingen met de oplossers, niet ertussen te
gaan staan. Dat is nu juist waar het essentiële verschil ligt tussen
wat de informatie architect doet en wat de IT-er uitwerkt. De informatie
architect staat vooral de business terzijde. Hij/zij weet wat wel en
wat niet kan en laat zich, indien nodig, ompraten. Maar voordat dat
het geval is dient de grote ervaring te spreken en zullen consequenties
van veranderingen in de aanpak en de visie door de business gezien en
geaccordeerd moeten worden. Zo’n muur is dodelijk en niet nodig,
tenminste als je de juiste aanpak hanteert.
Edwin: Ik denk eerder
dat de informatie architect een belangrijke rol kan spelen in het voortraject;
in de positionering van de oplossing en de besluitvorming of hier één
(of meer) projecten nodig zijn om het probleem op te lossen. Hierbij
bewaakt de informatie architect de architectuur aspecten terwijl de
bedrijfsanalist kijkt naar bedrijfsvoeringsaspecten. De bedrijfsanalist
is goed in staat om vanuit het bedrijf en de klant te redeneren en kan
door de combinatie van analyse vaardigheden en bedrijfskennis hierbij
goed adviseren. Eventueel kan hierbij ook een (externe) organisatieadviseur
worden betrokken.
Steven: Volledig
mee eens. Maar dan zie je dus ook dat de vaardigheden en kennis van
de informatie architect drastisch anders zijn dan die van de IT-ers.
Vorig jaar hebben we in het kader van opleidingen structureel onderzoek
gedaan naar deze aspecten. Het beeld dat daarbij ontstaan is van de
informatie architect is heel helder, maar ook heel anders. Zoals eerder
gezegd hebben we uitgerekend dat we met voldoende architecten 50% minder
IT-ers nodig zullen hebben en dat feit hebben we teruggevonden. Als
de puzzelstukjes op hun plaats vallen bewijs je in feite die berekening.
Edwin: Hierbij zal
de bestaande architectuur natuurlijk goed kunnen ondersteunen. Verder
zal (bij de vertaling naar projecten) a.d.h.v. de architectuur moeten
worden bekeken hoe de gekozen oplossing kan worden ondersteund met behulp
van de architectuur. Eventueel moet de architectuur worden aangepast
om de vernieuwingen in de bedrijfsvoering te reflecteren.
Steven: Je spreekt
hier volgens mij over de informatie architectuur, niet over de architectuur
van de informatie infrastructuur. Dan ben ik het daar mee eens. Dat
zijn verschillende dingen, zelfs met een volledig verschillend ritme.
Edwin: Daarbij moet
ook een grove aanzet tot een informatie analyse worden gegeven. Deze
aanzet kan dan worden opgepakt door een informatie analist. Bij het
uitwerken van de informatie analyse zullen dan ongetwijfeld nog architectuur
punten aan de orde komen waarbij de architect uitkomst moet brengen.
Verder zou de architect gedurende het gehele project (in de Stuurgroep)
een vinger aan de pols moeten houden om te waarborgen dat nog steeds
de goede richting wordt gevolgd.
Steven: Dit is wat
we uitgevonden en ingevuld hebben. De hoofd informatie architect zal
de staf zijn van de CIO terwijl de informatie analisten als informatie
architect onder begeleiding van die hoofd architect zaken uitwerken,
al of niet in projecten. Zo kunnen junioren doorgroeien naar senior
en principal.
Edwin: Ik heb het
hierbij niet over de vraag of de informatie architect en/of informatie
(of bedrijfs)analist bij IT hoort. Dit is een organisatievraag die
mijns inziens los staat van de achtergrond van de persoon die de rol
vervult.
Steven:
Deels mee eens. De organisatie moet het natuurlijk zelf weten, maar
als je naar het vak kijkt is het duidelijk aan te geven. Werken met
IC is kompleet anders dan het werken met ICT. Werken met IC is helder
voor de business, werken met ICT kan er helder door gemaakt worden
zonder dat de creativiteit van de I(C)T-er hoeft in te boeten. Nee,
de creativiteit kan de hoofdlijn worden omdat men weet wat men wil.
Maar dan komen we wel in CMM fase 3 of hoger terecht.
Edwin: Goed, ik
denk dat dit een redelijke opsomming is van de voornaamste problemen
die ik met de uitwerking van de stelling heb. Vooral de polariserende
werking van het onderscheid tussen informatie architect (vaak in mijn
optiek een IT-er met bedrijfskundige kennis en ervaring) en IT-er lijkt
mij een slechte zaak.
Steven:
Een goede zaak is dat zeker niet, dat ben ik met je eens. De praktijk
laat echter een soort eenheidsworst zien, waarbij alles onder de noemer
van IT-er wordt geschoven. Gezien de andere werkzaamheden en daardoor
ook opleiding van IT-er en informatie architect zal toch ergens een
onderscheid gemaakt moeten worden. Architecten horen met aannemers samen
te werken, ze horen hun taken niet te vermengen. Enige mate van polarisatie
is kennelijk nodig om dit te onderkennen. Het zij zo.