English version


Nederlandse versie

Steven's weblogs en columns (nederlands)

Iedereen kan informatie van deze weblog overnemen onder de voorwaarde dat hij/zij blijft verwijzen naar deze weblog.

 

December 2001: Overheid en IT

Deze maand een algemene stelling:

---
“De Nederlandse overheid voert nog geen consistent beleid rond informatie technologie en de inzet daarvan.”
---

Een juiste uitspraak.

Je ziet het in alles terug. Grote Stedenbeleid pusht de inzet van internet binnen gemeenten door targets te zetten voor de introductie van dat kanaal, Verkeer & Waterstaat stelt een beperkte inzet van netwerktechnologie voor in alle Nederlandse auto’s om de kilometervergoeding mogelijk te maken, Economische Zaken stimuleert internet via digitale trapveldjes en zet groot in op het verbeteren van de kwaliteit van software. Om een paar voorbeelden te noemen. Allemaal goede pogingen om iets met IT te doen, maar ondernomen zonder dat een lijn zichtbaar is.

Wat is er in Nederland, evenals in vele andere landen, op dit gebied aan de hand?

Eind 2000 bleek uit onderzoek dat gemiddeld bijna 80% van het geld dat we aan informatievoorziening uitgeven aan exploitatie van het bestaande besteed wordt. Een ander onderzoek toonde aan dat het geld dat we investeren in de informatievoorziening gemiddeld niet tot een verlaging maar een verhoging van de exploitatiekosten leidt. Dat betekent dus dat elke gulden die we investeren, als we het totale budget gelijk houden, leidt tot minder geld voor nieuwe investeringen. Daar komt bij dat IT-projecten nog steeds problemen opleveren omdat ze nog steeds langer duren dan gepland, meer geld kosten dan voorzien en/of minder kwaliteit opleveren dan afgesproken. Geen wonder dat investeerders aarzelen om IT-projecten van start te laten gaan. In de herfst van 2001 is voor vele honderden miljoenen guldens aan projecten stopgezet. Met de introductie van de euro in het vooruitzicht zal het nog wel tot ruim in 2002 duren voordat weer echt aan investeringen in IT gedacht gaat worden. In de tussentijd leveren we als land en als Europese staat in op onze positie in de wereld en dat is slecht voor onze economie.

Naast Nederland-Transportland is al lang sprake van Nederland-Dienstenland. Diensten rond IT zijn daar een goede invulling van. Nederlanders kunnen en willen immers structureel nadenken. Daarnaast hebben we van oudsher een goede handelsgeest en zijn we over het algemeen internationaal gericht. We kunnen dus kennis opbouwen en die internationaal inzetten. Tegen ons pleit dat de gemiddelde Nederlander minder op resultaten gericht is dan bijvoorbeeld Amerikanen en Engelsen. Ons denkwerk wordt daarom nogal eens overgenomen door Amerikanen als die er snel producten van kunnen maken. Zij veroveren dan met die producten de wereld. In de dienstensfeer werkt deze manier van denken wel goed omdat hij aansluit bij onze cultuur.

Zoals gezegd wordt in Nederland geen structureel beleid gevoerd op en rond IT, laat staan dat een integraal beleid bestaat. Eén van de gevolgen daarvan is dat we niet echt in staat blijken om ons potentieel aan kennis en kunde op te bouwen en te exploiteren. Zo is ons IT-onderwijs vooral ingericht rond informatie- en communicatie-technologie. Dat is vreemd, want buiten wat Nederlandse bedrijven als Baan en ASML hebben bereikt ligt onze kracht, zoals gezegd, niet in het realiseren van producten en het op de markt brengen daarvan. Nederlanders zijn meer denkers dan doeners, we zijn dan ook beter in diensten dan in producten. Dat blijkt bijvoorbeeld uit ons geroemde Poldermodel. Het is dan ook onduidelijk waarom bijvoorbeeld zo groot ingezet wordt op de verbetering van de kwaliteit van software. Dat is feitelijk de eigen verantwoordelijkheid van de informatie aannemer zelf, tenzij we het in Nederland ontwikkelen van standaardproducten en componenten zouden willen stimuleren. En dat terwijl Nederlanders juist meer met diensten dan producten kunnen.

Het stimuleren van diensten vereist het stimuleren van de kennis en de kunde van de mensen die de diensten moeten leveren. Dan gaat het niet alleen om het efficiënter inzetten van IT-deskundigheid door beter om te gaan met schaarse middelen als tijd, kosten en deskundigheid en het realiseren van grotere professionaliteit door het bieden van meer toegevoegde waarde. Dit zijn immers slechts facetten die mensen in een complexe beroepsgroep als IT naar een hoger plan brengen. Investeren in de beroepsgroep zelf die, volgens eerdere berekeningen van EZ, meer dan 200.000 mensen zou moeten omvatten zou een beter resultaat opleveren. Diverse beroepen binnen die beroepsgroep organiseren zich reeds. Zij kunnen echter niet rekenen op steun van de overheid. In een Nederland-Dienstenland gedachte is dat vreemd, omdat zo niet structureel geïnvesteerd wordt in de mensen die de diensten moeten verlenen.

Een andere factor is dat Research & Development in Nederland heel vaak direct gekoppeld dient te zijn aan direct praktisch voordeel. Met de eis om alternatieve geldstromen te realiseren is fundamenteel onderzoek in het laatste decennium tot een minimum teruggebracht. Dat is in feite een tegengestelde beweging met wat er rond IT aan de hand is. Veel IT-ers denken in grote lijnen nog steeds op de manier die in de 80-er/90-er jaren ontwikkeld is. Allerlei oorzaken hebben er, terecht, toe geleid dat IT geen doel meer is, maar een middel. Net als auto’s en fietsen middelen zijn die we gebruiken om te reizen. Deze verandering heeft grote consequenties voor het denken en de praktijk van IT-ers in de diverse beroepen binnen de beroepsgroep. Die consequenties worden niet of nauwelijks onderzocht.

De discussie tussen “theorie” en “praktijk” over opleidingswensen en -eisen bestaat al vele jaren en blijft bestaan. Gebrek aan (fundamenteel) onderzoek geeft te weinig mogelijkheden aan “de theorie” en de waan-van-de-dag geeft te weinig tijd om ervaringen in “de praktijk” structureel te interpreteren. De behoefte aan beide kanten wordt steeds duidelijker, maar de invulling ontbreekt. Met dit gebrek is het haast niet mogelijk om een Dienstenland te worden t.a.v. IT. En dat is een te missen kans.

De IT beroepsgroep in Nederland dient structureel te innoveren. Steeds meer organisaties realiseren zich dat niet de technologie zelf maar de meest effectieve inzet daarvan het gewenste voordeel in slagkracht en concurrentiepositie oplevert. Informatie en communicatie is de productiefactor/het bedrijfsmiddel, niet IT. De consequenties van deze verandering zullen onderzocht moeten worden en dat gebeurt dus niet of nauwelijks. Niet alleen in Nederland, maar ook in de rest van de wereld. Hier ligt een goede kans voor de BV Nederland.

Het gebrek aan structureel en integraal beleid rond IT in Nederland levert steeds grotere problemen op. Veel ministeries lanceren grote plannen zonder dat onderling afgestemd wordt. Het voorstel voor de introductie van de kilometerheffing van Verkeer & Waterstaat[1] is daar een goed voorbeeld van. Een voldoende afstemming tussen alle partijen is een absolute noodzaak om de stappen te kunnen zetten die nodig zijn om een stevige basis te leggen voor Nederland-Dienstenland rond IT. Werk aan de winkel voor het volgende kabinet als we werkelijk mee willen blijven doen in de informatiemaatschappij.

Het bovenstaande zou onderwerp moeten zijn van de komende verkiezingscampagnes en een opdracht voor het nieuw te vormen kabinet. De tijd is rijp voor een bewindsman of vrouw voor Informatie & Communicatie met als bijkomend aandachtsgebied Informatie & Communicatie Technologie. Het is te hopen dat die boodschap helder is voor alle politieke partijen.

Uw naam:
Uw E-mail:
Uw reactie: