Hoe denkt een ceo over it in zijn of haar organisatie? Als een sluitpost.
Met deze gedachte
hebben veel it'ers moeite. It heeft de laatste vijfentwintig jaar zoveel
veranderd dat het lijkt alsof it hét onderwerp zou moeten zijn
waar een president-directeur mee bezig moet zijn. Dat is niet zo. Een
directie houdt zich bezig met het bereiken van afgesproken doelen en
zal zich daarom, als het goed is, slechts indirect om het inzetten van
hulpmiddelen als vervoermiddelen, kantoorruimte enzovoort en it bekommeren.
Organisaties kunnen
tegenwoordig niet meer zonder it. Was automatisering vijfentwintig jaar
geleden nog een manier om een administratie te ondersteunen, tegenwoordig
heeft haast iedereen it ter beschikking en wel op alle denkbare plaatsen.
Iedere organisatie heeft dan ook een it-infrastructuur binnen haar informatie-infrastructuur.
Die werkt vaak nog niet zoals hij zou kunnen of moeten werken, maar
hij werkt wel. Iets vergelijkbaars geldt voor de ondersteuning die een
it-infrastructuur aan een organisatie biedt. De effectiviteit van die
ondersteuning (alignment) door honderden, soms duizenden applicaties
laat vaak te wensen over en kost veel geld. Maar ook dat werkt.
Een werkende it-infrastructuur
vereist geen directe aandacht van de ceo, juist omdat 'ie werkt. Dat
klinkt misschien tegenstrijdig, maar het wordt pas een probleem als
het niet werkt en de kans daarop is niet zo groot als voldoende maatregelen
getroffen zijn voor beveiliging, uitwijk, onderhoud en extra hardware
op de plank. Bij co(ncu)llega-organisaties werkt het niet beter en als
het wel (veel) beter werkt, dan zijn er vaak andere problemen (en is
die organisatie misschien straks wel te koop). Geen reden voor aandacht,
dus, want het halen van de gestelde bedrijfsdoelen is niet in gevaar.
Aan het goed exploiteren
van de it-infrastructuur is de laatste jaren hard gewerkt. Investeren
blijft echter een probleem. Sinds 1990 is steeds duidelijker geworden
dat investeren in applicaties en informatiesystemen grote risico's met
zich brengt. Het millennium en de euroconversie hebben dat feit tijdelijk
naar de achtergrond verwezen, maar het ligt nu weer hard op tafel.
Sinds de jaren zeventig
zijn steeds meer mensen in termen van technologie gaan denken. Toen
startte je een project om een probleem op te lossen. Dat ging, want
het it-landschap was nog nauwelijks gevuld en oplossingen hoefden vaak
niet echt gekoppeld te worden. Nu we met complexe it-infrastructuren
te maken hebben, onze 'legacy', is het feitelijk niet meer zomaar mogelijk
om een probleem op te pakken en op te (laten) lossen. Bijna alles zit
immers aan elkaar vast en iets veranderen heeft vaak vele onbedoelde,
onverwachte of zelfs ongewenste gevolgen. Waarom zou je dan investeren
in het vervangen van Windows 98 door XP, of een nieuw hypotheeksysteem
laten maken? De risico's zijn gewoon groot.Wat veel ernstiger is, is
dat we vergeten lijken te zijn wat het bedrijfsmiddel is. Dat is informatie,
niet it. De juiste informatie op het juiste moment op de juiste plaats
is waar een ceo zich wel zorgen om maakt, in feite ongeacht hoe die
informatie daar komt. Dat beperkt namelijk wel het bereiken van bedrijfsdoelen,
en daarmee de bedrijfsvoering, niet dat er snellere pc's bestaan, betere
besturingsystemen of nieuwere (versies van) applicaties. Sterker nog,
het aanpassen van de it-infrastructuur heeft de laatste jaren zoveel
geld en moeite gekost dat de resultaten regelmatig niet opwegen tegen
de geleverde inspanning.Wat op de directietafel ligt, is informatie
als vierde bedrijfsmiddel. It is een belangrijk hulpmiddel om die informatie
daar te krijgen waar die nodig is. Daarom is it een sluitpost, en vaak
een kostbare.