Op 5 september 2003
richtte de Ministerraad het Innovatieplatform op. In dit platform hebben
18 mensen zitting en premier Jan Peter Balkenende is de voorzitter.
Er zitten geen it'ers in.
De te beantwoorden
vraag is (vrij vertaald): waar kunnen wij, Nederlanders, over 10 of
15 jaar ons geld aan verdienen? Ofwel: waar moet Nederland in investeren
zodat we onze huidige welvaart behouden?
Blijven we een transportland?
We hebben nog erg weinig ruimte voor opslag en onze wegen zijn overvol.
Bovendien ligt de economische as van Europa nu tussen Parijs en München
en gaat de Rijn niet naar Berlijn, Polen of een ander Oost-Europees
land. Een onlogische keuze, dus. Productieland dan? Tuinbouwland? Vakantieland?
We hebben erg weinig ruimte en bedrijven verplaatsen hun activiteiten
niet voor niets naar warme c.q. lagelonenlanden.
Nederland it-land?
Kijk eens naar een verschil tussen Nederlanders en Amerikanen. Amerikanen
maken een product van een idee en proberen een fortuin te verdienen.
Nederlanders bedenken iets en blijven dan vaak polderen over de productie
en exploitatie. Als we het op de markt brengen, lopen we gauw vast in
de concurrentie (zie Lernout&Hauspie en Baan). We produceren geen
computers en steeds meer software wordt gemaakt met buitenlandse standaardsoftware.
Willen we maatwerk, dan wijken we vaak uit naar landen als India omdat
daar de prijs-tijd-kwaliteitverhouding beter kan liggen. In de praktijk
gaat 80% van onze it-euro's aan exploitatie op en de rest wordt vooral
aan nieuwe it en de inzet van mensen besteed. Investeringen leveren
bovendien vaak hogere exploitatielasten op.
Nederland is geen
it-land en het zal erg moeilijk worden om dat er van te maken. Hoewel
it'ers graag anders willen geloven: het past gewoon niet bij onze feminiene
cultuur. En die verander je, zo je dat al zou willen, niet in 10 tot
15 jaar. Kennelijk weet de Ministerraad dat ook nu zij geen it'ers in
het Innovatieplatform hebben opgenomen.
Nederlanders hebben
bewezen dat ze goed na kunnen denken. Onze opleidingen zijn de laatste
jaren uitgehold door gebrek aan geld en de invloed via de derde geldstroom,
maar dat is te verbeteren. We weten ook wat handelen is. We hebben zelfs
een Gouden Eeuw gehad met onze VOC. We mochten zelfs als enige handel
drijven met Japan omdat we alleen wilden handelen en hun leefwijze onaangetast
lieten (zie het Nederlandse eiland bij Nagasaki en het nabijgelegen
stadje Huis ten Bosch). Verder is vrijwel iedere Nederlander meertalig
en reizen we graag.
Dienstverlening
lijkt daar goed bij te passen. Denk aan het hebben en uitdragen van
hoogwaardige kennis en het, als klein land, verlenen van onafhankelijke
en/of intermediaire diensten. Bijvoorbeeld de Bluetooth-technologie:
bedacht in Nederland en vooral verkocht met US-technologie.
Het antwoord dat
het Innovatieplatform op de vraag geeft, heeft grote gevolgen. Als dienstenland
subsidieer je geen activiteiten om de kwaliteit van softwareproductie
te verbeteren. Investeringen in en subsidiëring van eenduidige,
bij de praktijk passende opleidingen, fundamenteel onderzoek, het ontwikkelen
van op kennis gebaseerde diensten in binnen- en buitenland enzovoort
passen wel.
In maart 2000 hebben
de Europese Commissie, Staatshoofden en Regeringen zich in Lissabon
overigens het volgende, zeer ambitieuze doel gesteld: 'Europa dient
in het jaar 2010 de meest concurrerende en dynamische, op kennis gebaseerde
economie in de wereld te zijn die in staat is tot een duurzame economische
groei met meer en betere banen en een grotere sociale cohesie'.
En wij, Nederlanders,
denken dat we nog wat te kiezen hebben? Nederland kennisdienstenland
lijkt een prima keuze? Accepteren dus, en aan het werk.